GR5 van Stavelot naar Ouren
Van woensdag 29/7/98 t/m vrijdag 31/7/98 hebben we weer eens een stukje GR5 in de Ardennen afgelegd. Deze keer van Stavelot tot Ouren vlak bij het drielandenpunt (D/B/L).
Ondanks de slechte weersvoorspelling toch maar naar de Ardennen gereden. Om 11:00 arriveren we in Stavelot. Eerst boodschappen doen en BEF’s pinnen en de wandeling kan beginnen. Meteen kunnen de regencape’s aan want het regent inmiddels behoorlijk. Eigenlijk hebben we al helemaal geen zin meer, maar anders rij je helemaal voor niks naar de Ardennen, dus we hebben geen keus. We lopen over de brug over de Ambleve en al vrij snel worden we een drekkig paadje opgestuurd. Na ongeveer 3 km zijn we al helemaal kapot en hebben er niet zo veel lol meer in. Een reep chocola doet wonderen en verder gaat het weer. Vanwege het vieze weer hebben we niet zo veel oog voor het moois om ons heen. Via Logbierme en Mont-le-Soie bereiken we in de namiddag na ongeveer 16 km Vielsalm. Van kamperen kan natuurlijk geen sprake zijn. Ik ben toch al niet zo’n kampeerliefhebber en met dit weer begin ik er al helemaal niet aan. Dan maar ingechecked in Hotel Bellevue. De gedachte aan de rinkelende kassa overwint het kennelijk van de afkeer van natgeregende trekkers, dus we krijgen een kamer. Het kan niet op.
2300 BEF’s armer lopen we de volgende dag Vielsalm weer uit. De weersverwachting voorspelt niet veel goeds, maar het weer ziet er toch niet slecht uit. Het is tenminste droog. Hoewel de route zeer mooi is, krijgen we een hoeveelheid asfalt onder de voeten die een beetje te veel is. Tot Commanster gaat het allemaal nog wel, maar dan begint het. Tot Braunlauf is alleen maar asfalt. In Braunlauf betreden we duitstalig Belgie en het ziet er meteen al een stuk minder rommelig uit. Bij Schirm lopen we langs een boerderij waar we bijna tegen de vlakte gaan van de strontluchten en met de wind in de rug blijven we lekker lang in die bedwelmende walmen lopen. Nu gaat het richting Burg Reuland. Dit is een mooi stuk door bos en velden. Het laatste stuk is echter weer asfalt en omdat we al behoorlijk moe zijn, wegen de laatste loodjes erg zwaar. Maar na 27 km bereiken we Burg Reuland en als je moe bent en in het bezit van een credit kaart, dan ga je natuurlijk op zoek naar een hotel. Dat is snel gevonden. Hotel Ulftaler Schenke wil ons wel hebben. Een perfekt hotel met dit keer wel heel vriendelijke uitbaters. De tent hebben we dus voor niks meegesjouwd, want dit is de laatste nacht.
Vrijdag is het weer wat somberder maar het regent niet. We besluiten naar Ouren te lopen. Dat is 10 km en dat geeft ons genoeg tijd om de auto weer op te pikken in Stavelot. Vooral het stuk door het beekdalletje van de Federbach is erg mooi. Bij een houthakkershut trekken we nog even een blik knakworsten open, brouwen een kopje koffie en sluiten het geheel af met een sigaartje. Om 12:00 bereiken we Ouren. De bus naar Malmedy lijkt ons wel wat. Navraag leert ons dat die in de vakantieperiode niet rijdt. Dan maar liften. Dat lukt aanvankelijk niet zo best maar uitendelijk wil een wasmachinemonteur ons wel meenemen naar St Vith. Gezeten tussen de wasmachine onderdelen hobbelen we naar St Vith. Daar blijkt de frequentie van de bussen ook niet al te best te zijn. De eerstvolgende bus gaat pas om 17:30. Gelukkig krijgen we een lift van een bus die ‘buiten dienst’ is tot vlak bij Malmedy. Daar krijgen we een lift van de plaatselijke coureur en 3,2 seconden later staan we met het angstzweet nog op de voorhoofden al in Stavelot. Even verkleden en de rit naar huis kan beginnen.
Almere, 03.08.98